BLOG 3
ONTWIKKELEN VAN ZELFVERTROUWEN
Ik ben de dochter van Luc Ligtvoet en Marietje van Geel. Ik ben Maries Ligtvoet. En ik ken na persoonlijke ontwikkeling mijn geschiedenis door en door.
“Wie zijn geschiedenis niet kent, is gedoemd hem te herhalen”
Ik groeide op in Made. Tegenwoordig heet dat dorp Made en Drimmelen, bij de prachtige Biesbosch. Als één van de weinige kinderen uit Made, wilde ik naar het Oelbertgymnasium in Oosterhout zo’n negen kilometer verderop. Waarom? Ik voelde: dáár wil ik graag heen. Nou, met mijn cijfers kon dat maar net, volgens twee leraren, meneer de Wijs en meneer Janssen, die bij mijn ouders langskwamen om hierover te praten. Mijn ouders dachten en zeiden tegen mij:
“Maries, doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg!”
Het hele dorp ging naar de MAVO HAVO of LHNO. Ik niet. Ik wilde naar het gymnasium.
Altijd ergens door geprikkeld, ergens door uitgedaagd, koos ik mijn weg. Ik was me er niet van bewust welke weg dat dan precies was. Ik wilde uitbreken. Ik heb de schoonheid van de klassieke talen beleefd, het mooie gebouw: een oud klooster van de Kapucijnen, met weidse groene velden eromheen, waar we hockeyden en softbal speelden.Ik was er gelukkig. Blij met veel vrienden en vriendinnen. We maakten kennis met roken, drinken, uitgaan, vrijen. Een heerlijke tijd op alle fronten.Ook daarna liep mijn leven op rolletjes verder.
Studeren in Utrecht
Mijn vriend, waar ik dacht mee te gaan trouwen, ging studeren in Utrecht. Dus ik koos voor een studie in Utrecht, Pedagogiek. Werken met ouders en kinderen, dat zou misschien weleens iets kunnen zijn. Ik wist het niet zeker.
De trein door mijn studentenleven denderde voort. Ik had verschillende kamers in Utrecht. Ik volgde colleges aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen. Met mijn studiegenoten deed ik allerlei projecten, opdrachten, papers en tentamens. Op de één of andere manier had ik een goede discipline, ik wilde vooruit.Ik was actief bij de USHC, de Utrechtse Studenten Hockey Club en bleef steeds vaker in de weekenden in Utrecht. We gingen veel op stap. Op zondag reed ik overdag door de stille stad naar de hockeyvelden. ’s Middags door naar de kroeg, waarna ik met een aantal teamgenoten nog regelmatig de Veritas-disco bezocht of in één van de werfkelders aanlegde en pas in het ochtendgloren weer naar huis fietste. Ontnuchterend was het, om naar huis te fietsen en de krantenjongens tegen te komen.Het was een gouden tijd.
Zeker en onzeker
In die laatste jaren van mijn studie was ik samen gaan wonen met mijn grote liefde van die tijd; een mooie en evenwichtige jongen, waarbij ik mijn rust vond. En we waren jong. Na zes heerlijke jaren wilde hij bij me weg. Hij wilde vrij zijn. Ik was sterk en zei:
”Ga maar, doe maar.” Met pijn in het hart gingen we uit elkaar. Ik koos voor de trotsheid en de fierheid, ging niet bij de pakken neerzitten, maar heb een jaar lang veel gefeest en gehockeyd. ‘Met mij was niks aan de hand!’ Ik ging in een leuk meisjesstudentenhuis wonen. Een prachtig authentiek en gezellig huis. Ik zat in het laatste jaar van mijn studie. Steeds vaker begon ik aan mezelf te twijfelen. Het ging bij tijd en wijlen slechter met me, voelde me steeds onzekerder. Mijn vaste basis, de relatie, was weg. Ik had vanaf mijn zestiende steeds een vriendje gehad. Wie was ik eigenlijk zelf?
Deze onzekerheid kende ik niet van mezelf. Tot mijn achttiende kon ik de hele wereld aan. Veel tegenslagen, behalve een paar keer zittenblijven, kende ik niet. Op mijn stageplekken had ik veel last van mijn onzekerheid. Wie was ik? Ik voelde me niet thuis op die plekken, in die positie, als pedagoog. Ik voelde me niet thuis bij mezelf. Ik was nog een angstig klein kind uit Made en voelde me te klein, te nietig, te weinig waard om dit werk te kunnen doen.
In gesprekken met mijn begeleidster kon ik de onzekerheid niet meer verbergen. Ik werd erdoor geleefd. Zij raadde mij therapie aan om hier iets mee te gaan doen. Ik ging praten met een psycholoog. Een aantal gesprekken brachten me niet verder. Ik werd depressief. Dit was ik toch niet?
Ik herkende mezelf niet meer. Ik maakte met vallen en opstaan mijn studie af en kon afstuderen.
Mijn ouders, en ook ikzelf, waren trots. Doctorandus Maries Ligtvoet uit Made. Gehuld in een sjieke mooie rode lamswollen trui en een rode strakke rok met bijpassende pumps, nam ik mijn bul in ontvangst.
Wie ben ik?
Maar ondertussen wist ik niet meer wie ik was. Onzekerheid en angst namen geregeld helemaal bezit van mij. Werken als pedagoog zag ik in die tijd niet zitten. Ik zag dit mezelf niet doen. Ik koos voor een baan als secretaresse bij de Nederlandse Spoorwegen op de afdeling Marketing-communicatie & Design in Utrecht.
Depressief
Op die afdeling Marketingcommunicatie & Design van de NS, een leuke levendige afdeling, werkte ik als secretaresse van het afdelingshoofd. Daar begonnen mijn problemen pas echt. Ik begon me na de spanning en het nieuwe van het eerste half jaar, steeds slechter te voelen. Ik was één van de hoogstopgeleiden en was de laagste in rang met het minste salaris. En dat klopte voor mij niet. Mijn zelfbeeld kelderde in een paar maanden naar de bodem van een diepe, zwarte put. Ik was zwaar depressief. Ik ging door met dansen en uitgaan, want dan voelde ik deze enorme frustratie en pijn niet. Op maandagen kwam ik daardoor regelmatig te laat op mijn werk, waarvoor ik dan terecht op mijn kop kreeg. Dit kon natuurlijk niet. Ik was geen student meer. Dat wist ik natuurlijk wel maar ik vond die overgang moeilijk. Ik kon slecht kritiek verdragen. Uiteindelijk heb ik me ziek gemeld. Mijn baas stuurde een brief naar de bedrijfsarts, waarin hij aangaf dat ik kampte met persoonlijke problemen. Zelfs toen nog, wilde ik daar niet aan.
Ik bezocht verschillende therapeuten in Utrecht en haakte iedere keer vrij snel af. Onder andere bij de GZG, het toenmalige RIAGG, kreeg ik meteen een stempel op me gedrukt: ik zou een persuasieve persoonlijkheidsstoornis hebben of zoiets. Ik ben nooit meer teruggegaan naar het RIAGG.
Naar de stilte
Mijn vriendinnen en mijn ouders wisten niet meer wat ze met mij aanmoesten. Ikzelf evenmin. Ik zat maar op mijn kamer apathisch te wezen en kwam nergens meer toe. Het was angstaanjagend.
Voor mezelf en ook voor mijn omgeving was het niet te bevatten. Mijn moeder wilde dat ik naar een psycholoog ging, maar daar had ik mijn buik al van vol. Ik voelde me zo ‘niet gezien’ en ‘niet gehoord’. De huisarts uit Made wilde me pillen voorschrijven. Die weigerde ik ook. Ik las de mogelijke bijwerkingen in de bijsluiter en spoelde ze allemaal weg. Toch moest er wel iets gaan gebeuren.Een goede vriendin zei tegen me dat ik eens kennis moest gaan maken met Zuster (Zr.) Annunciata in de Hooge Berktgemeenschap in Bergeijk, een plek met een kapel. Misschien kon ik eens met haar praten. Ze praatte vaker met mensen die in de knel zaten. Dat deed ik. Ik belde op en kon op een zondagmiddag langskomen. Met de trein en de bus reisde ik af naar Bergeijk. Over een landweggetje liep ik verder richting de gemeenschap en ontmoette daar Zr. Annunciata. Ze nodigde me uit om snel een week langs te komen om mijn levensverhaal eens op te schrijven. Dat deed ik. De week erop ging ik er voor een week heen.
Thuiskomen bij mezelf
Daar, in de kapel, werd ik voor het eerst sinds mijn jonge jaren opnieuw geraakt door een goddelijke stilte. Ik kwam thuis, thuis bij mezelf, huilde tranen met tuiten en schreef mijn levensverhaal op. Of ik ooit iets met contemplatie had gedaan, vroeg Zr. Annunciata me. Ik wist niet eens wat het woord betekende. Ik was alleen maar buiten mezelf bezig geweest: vriendjes, studie, werk en feesten.
Stilte
Stilte. Dit was een eerste belangrijke stap in mijn persoonlijke ontwikkeling. Tot op de dag van vandaag kán en wíl ik niet meer zonder.
Een week werd drie maanden. Drie maanden werden een jaar. Ik oriënteerde me op wat ik werkelijk wilde in mijn leven en overwoog zelfs om daar te blijven. Novice Maries werd ik daar met veel humor genoemd, door mensen die zich daar ook oriënteerden, die op dat moment eveneens ‘het spoor bijster’ waren.
Veilige plek nodig om je te ontwikkelen
Het was een veilige plek, aangenaam, omdat er heel veel lieve mensen woonden en nog steeds wonen. Grote en kleine mensen toen, jong en oud. Onze gezamenlijke noemer was Christus. “Waar meer in mijn naam samenkomen, daar ben ik.” Daar in de kapel groeide mijn lijn met Christus. Een energie die mij op aarde zet, vertrouwen en stevigheid geeft, de overgave, de diepgang en een diep innerlijk weten. ‘Het is goed zo.’ Ik heb het ook graag over de creator.
Kracht en kwetsbaarheid
Mensen kenden mij daar in al mijn kracht én mijn kwetsbaarheid. Het was er fijn en toch was het mij in deze gemeenschap in Bergeyk te klein. Ik miste de wereld. Ik ging solliciteren en kreeg een mooie baan in Eindhoven aangeboden als productontwikkelaar op het Centrum voor Vakopleiding in Eindhoven. Er werd een praktijkcentrum opgebouwd en ik had daar de coördinatie over.
In die tijd was ik nog heel bang. Ik had echte angstaanvallen en was enorm onzeker. En toch deed ik mijn werk, al kostte het me heel veel kruim. Alsof ik me schaamde voor wat er geweest was. De depressie en ik. En ik ging door. Ik groeide meer en meer in het werk en in mezelf. Na een jaar werd ik gevraagd om in de trainerspool van Arbeidsvoorziening te komen. IK!?
Angst
Ik ging werken met groepen en was zo bang. Wie was ikzelf? En toch deed ik het, met bloed, zweet en tranen. De laatste twee letterlijk. Iedere dag ging ik de stilte in, minimaal een half uur, om weer helemaal bij mezelf en tot rust te komen. Stil zijn, met ogen dicht en opnieuw contact met mezelf en mijn lijf zoeken.
Zelfvertrouwen en Overvloed
Ondertussen ging ik weer alleen wonen. Ik kocht van mijn zelfverdiende geld mijn eerste auto; een oerlelijke lichtblauwe Opel Kadett van tien jaar oud en ik was als een kind zo blij. Ik kocht hem over van een collega en heb de hele weg naar huis gelachen. Met mijn twee linkerhanden kende ik binnen de kortste keren alle mannen van de Wegenwacht in Eindhoven en omstreken, want om de haverklap had ik stukken aan deze auto. Maar dat mocht de pret niet drukken… Nu rij ik met alles wat ik heb opgebouwd in een Range Rover. En dat voelt wel erg lekker.
Ontwikkelen van zelfvertrouwen lukt alleen als je de weg naar binnen gaat en daar de blokkades gaat aankijken die er zitten in je onderbewustzijn: afdalen in jezelf om belemmerende patronen te gaan doorbreken. Nu denk ik nooit meer: "Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg". Nu denk ik "The sky is the limit" Jij bent de creator van jouw eigen leven.
Als jij het gevoel hebt dat je niet in je vertrouwen staat en dat wel wilt gaan leven, neem dan contact op met ons. Je bent welkom voor een gratis kennismaking. Op onze website kun je alvast van alles lezen over ons trainingsaanbod www.ynnergy.nl
Vertrouwen : de weg naar geluk.
of Lees meer in mijn gratis ebook: Aan het roer van jouw leven
Ik wens je een hele fijne dag.
Hartelijke groet,
Maries Ligtvoet